Van Gogh en
Kee Vos (familie Stricker)
Keizersgracht 8
Keizersgracht 8 bestaat nog, maar is niet publiek toegankelijk.
Van Gogh en
Kee Vos (familie Stricker)
Tussen 25 en 27 november 1881 was Vincent in Amsterdam om zijn nicht Cornelia ‘Kee’ Adriana Vos-Stricker (1846-1918) op te zoeken. In de zomer van dat jaar was hij heimelijk verliefd geworden op haar toen Kee, die in 1878 weduwe was geworden van Christoffel Martinus Vos, een paar weken in Etten bij de familie Van Gogh logeerde. Vincent had toen zijn liefde voor haar opgebiecht en haar ten huwelijk gevraagd. Haar antwoord was “Nooit, neen, nimmer.” Vincent liet zich echter niet uit het veld slaan en was ervan overtuigd dat zij zou kunnen smelten en liefde voor hem kon voelen. De families van beide kanten waren er echter op tegen en geboden Vincent zich gedeisd te houden en ondertussen verder te zoeken naar een ander meisje.
Vincent mocht Kee niet meer zien, maar zijn liefde bleef sterk en hij bleef haar brieven schrijven. In een uiterste poging om haar voor zich te winnen trok Vincent – met geld dat hij van zijn broer Theo had gekregen – naar Amsterdam en belde aan bij de familie van Kee. De gehele familie Stricker zat aan tafel, maar Kee was er niet. Vincent praatte daarop met haar vader, Johannes Paulus Stricker, maar die verzekerde hem dat hij Kee echt uit zijn hoofd moest zetten. In de drie dagen die Vincent in Amsterdam bleef, zag hij Kee niet. Hij vertrok onverrichter zake de stad uit en besloot zich neer te leggen bij zijn lot, maar hij zou Kee nog in gedachten blijven houden.
Reindert Groot, Teio Meedendorp
Reindert Groot, Sjoerd de Vries