Van Gogh in
Pastorie
Berg 26
Het pand bestaat nog steeds, maar is niet toegankelijk voor publiek.
Van Gogh in
Pastorie
Toen Vincent op 5 december 1883 in Nuenen aankwam, trok hij in bij zijn ouders in de pastorie van de Nederlands Hervormde kerk waarvan zijn vader dominee was. De ontvangst was koeltjes en de spanningen tussen Vincent en zijn vader waren groot. Toch kreeg hij half december van zijn ouders beschikking over de mangelkamer en mocht die als atelier inrichten.
De kamer was vochtig en koud en dus werden er aanpassingen gedaan voordat Vincent aan de slag ging: er werd een houten voetenstoof neergezet en een kachel en een bed geplaatst. Het atelier lag tussen de gierput, het toilet, de afvoer en het kolenhok en na enkele maanden verzuchtte Vincent:
“mijn verbeeldingskracht is niet sterk genoeg om dit vooruitgang te vinden op den toestand van verleden jaar.“ Lees de hele brief
In de brief aan zijn broer Theo van 20 maart 1884 schreef Vincent dat hij uitkeek naar een ruimer atelier, zodat hij beter naar model kon werken. Vanaf half mei was het zover, hij vond toen een nieuw atelier bij de katholieke koster Johannes Schafrat. Daar zou hij uiteindelijk ook gaan wonen, omdat de spanningen thuis te hoog waren opgelopen na het overlijden van zijn vader op 26 maart 1885. Eenmaal in het atelier wonende, bezocht Vincent nog af en toe de pastorie en verbeterden langzaamaan de familieverhoudingen.
Vincent maakte een schilderij van de pastorie en diverse schilderijen van de grote tuin van de pastorie, zoals De pastorietuin in de sneeuw uit 1885.
Vincents moeder en zuster Willemien verhuisden op 30 maart 1886 vanuit Nuenen naar Breda. Vincent was toen inmiddels al vertrokken uit Nuenen: op 24 november 1885 was hij naar Antwerpen verhuisd.
Ton de Bouwer