Kröller-Müller Museum
Na de dood van Vincent van Gogh kreeg zijn werk een tweede leven. Vincent had tijdens zijn leven jarenlang schilderijen en tekeningen naar zijn broer Theo gestuurd, in de hoop dat Theo die kon verkopen. Zo zouden de werken fungeren als een terugbetaling voor alles wat Theo voor Vincent had gedaan: hem onderhouden door een maandelijkse financiële bijdrage te geven en hem materialen te sturen. Maar Vincent verkocht tijdens zijn leven slechts één schilderij.
Na Vincents overlijden had Theo een enorme collectie; waarschijnlijk bezat hij zo’n 365 werken van zijn broer. Theo (die als kunsthandelaar de nodige ervaring had) nam zich voor om zorgvuldig voor de collectie te zorgen en er alles aan te doen de naam van zijn broer te vestigen. Maar zijn vroege dood, slechts zes maanden na Vincent, gooide roet in het eten. Vanaf dat moment was Theo’s weduwe Jo van Gogh-Bonger degene die de collectie bijeen hield. Dat deed zij met verve. Ze zorgde ervoor dat veel werk bij elkaar bleef of dat het voor goede prijzen bij de juiste kunsthandelaars in Nederland, Frankrijk en Duitsland verkocht werd.
In Nederland werd zijn werk enorm gewaardeerd door Hendricus Petrus ‘H.P.’ Bremmer (1871–1956). Een kunstpedagoog die niet zozeer uitging van het kunstwerk zelf, maar van de emotie die het werk overbrengt op de beschouwer. Niet verwonderlijk dat hij een grote fan van Vincents expressieve, indringende werk was. Hij beschreef het als: ‘een weerslag van een heroïsch leven dat door lijden tot een diepere spiritualiteit was gekomen’. Hij spoorde zijn leerlingen aan om werk van Vincent te kopen. Onder hen bevond zich de steenrijke Helene Kröller-Müller (1869–1939). De intense schilderijen van Vincent spraken haar enorm aan: ze herkende Vincent zoektocht en spiritualiteit en zag in Vincent een voorvechter van een nieuw soort kunst. In 1908 kocht zij een eerste werk aan, een tamelijk behoudend schilderij uit Vincents Nederlandse periode, Bosrand. Datzelfde jaar kocht zij ook een veel expressiever doek dat Vincent in Parijs had gemaakt, Vier uitgebloeide zonnebloemen. Na deze eerste aankopen ging zij gestaag door met verzamelen. In 1912 kocht zij maar liefst 32 werken van Vincent op veilingen en bij kunsthandels in Parijs, Berlijn, Den Haag en Amsterdam voor een totale koopsom van 209.537 gulden. Dit heeft een enorme boost gegeven aan de populariteit van het werk van Vincent.
De collectie die Helene bij elkaar bracht is zeer representatief en bevat talloze topstukken van Vincents hand, zoals Caféterras bij Nacht (Place du Forum), La Berceuse (Portret van Madame Roulin) en een versie van De Aardappeleters. Met negenentachtig schilderijen en ruim honderdtachtig tekeningen is het de op één na grootste collectie Van Gogh’s ter wereld. Die is te zien in het in 1938 door haar en haar man gebouwde museum op de Hoge Veluwe, het huidige Kröller-Müller museum.
- Auke van der WoudDe vroege van GoghOtterlo, 2016
- Sjraar van Heugten e.a.Van Gogh & CoOtterlo, 2015
- Jos ten Berge, Teio MeedendorpTekeningen en grafiek van Vincent van Gogh in de collectie van het Kröller-Müller MuseumDeventer, 2007
- Jos ten Berge, Toos van Kooten, Mieke RijndersDe schilderijen van Vincent van Gogh in de collectie van het Kröller-Müller MuseumOtterlo, 2003