Filter
Filters
Toegankelijkheid
Van Gogh in Van Gogh Museum

Praktische info

Adres
Museumplein 6, Amsterdam

Van Gogh Museum

Na de dood van Vincent van Gogh kreeg zijn werk een tweede leven. Vincent had tijdens zijn leven jarenlang schilderijen en tekeningen naar zijn broer Theo gestuurd, in de hoop dat Theo die kon verkopen. Zo zouden de werken fungeren als een terugbetaling voor alles wat Theo voor Vincent had gedaan: hem onderhouden door een maandelijkse financiële bijdrage te geven en hem materialen te sturen. Maar Vincent verkocht tijdens zijn leven slechts één schilderij.

Na Vincents overlijden had Theo een enorme collectie; waarschijnlijk bezat hij zo’n 365 werken van zijn broer. Theo (die als kunsthandelaar de nodige ervaring had) nam zich voor om zorgvuldig voor de collectie te zorgen en er alles aan te doen de naam van zijn broer te vestigen. Maar zijn vroege dood, slechts zes maanden na Vincent, gooide roet in het eten. Vanaf dat moment was Theo’s weduwe Jo van Gogh-Bonger degene die de collectie bijeen hield. Dat deed zij met verve. Ze verhuisde met haar tweejarige zoon Vincent Willem (de officiële erfgenaam van alle werken) en alle stukken van Parijs naar Bussum. Ze zorgde ervoor dat veel werk bij elkaar bleef of dat het voor goede prijzen bij de juiste kunsthandelaars in Nederland, Frankrijk en Duitsland werd verkocht.

Langzaamaan begonnen haar inspanningen vruchten af te werpen; de interesse voor het werk groeide gestaag en vele verkopen volgden. Ze hield een succesvolle tentoonstelling van Vincents werk in het Stedelijk Museum in Amsterdam in 1905 en in 1914 publiceerde zij zijn brieven. Ze verkocht een van haar favoriete werken aan een museum: de National Gallery in Londen kocht in 1923 De Zonnebloemen. Maar een groot deel van de werken (zo’n tweehonderd stuks) hield zij ook zelf, waaronder schilderijen die inmiddels wereldfaam hebben verworven zoals De SlaapkamerKorenveld met Kraaien en De Aardappeleters.

Toen zij in 1925 overleed kwam de verantwoordelijkheid voor de collectie bij Vincent Willem te liggen. Die wilde zich aanvankelijk een stuk minder intensief met de erfenis bezighouden, maar hield desalniettemin de collectie samen en leende veel werken uit voor (internationale) tentoonstellingen. Na een langdurige bruikleen aan het Stedelijk Museum ontstond het idee om een museum speciaal voor de collectie te bouwen. Dat is het Van Gogh Museum dat in 1973 aan het Amsterdamse Museumplein werd geopend en dat daar, na een recente nieuwbouw, nog steeds gevestigd is. 

Handige links
Verder lezen