Van Gogh in
Atelierwoning
Lange Beeldekensstraat 224
Het pand bestaat nog steeds, maar is niet publiek toegankelijk.
Van Gogh in
Atelierwoning
Eind november 1885 kwam Vincent in Antwerpen aan. Hij huurde een kamer van het Nederlandse echtpaar Willem Henricus Brandel en diens vrouw Anna Wilhelmina Huberta.
Voordat Vincent naar Antwerpen vertrok, verwachtte hij dat hij geen geld zou hebben om een atelier te huren in de stad. Maar het lukte hem toch om bij het echtpaar Brandel ook een klein hokje naast zijn eigen kamer te huren dat hij als studio kon gebruiken. Hoewel dit hokje niet zo groot was als een heuse werkplaats zoals die in Nuenen, kon Vincent nu ook met slecht weer thuis werken. Zelf vond hij zijn werkplaats “dragelijk”, mede omdat hij allerlei Japanse prenten als muurdecoratie had gebruikt.
Hofje van Nieuwkoop – Warmoezierstraat 44-206
Het Hofje van Nieuwkoop bestaat nog steeds en wordt gerekend tot een van Den Haags mooiste hofjes. De kunstenaarsvereniging Pulchri Studio bestaat ook nog steeds, maar is sinds 1898 gevestigd in een pand aan het Lange Voorhout 15.
Van Gogh en
Pulchri Studio
Vincent was in oktober 1881 op voorspraak van kunstenaar Anton Mauve (1838-1888) buitengewoon lid van de Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri Studio geworden. De vereniging was in 1847 opgericht zodat kunstenaars naar model konden tekenen en kunstbeschouwingen en tentoonstellingen konden bekijken en organiseren. Voor Vincent was het lidmaatschap bij Pulchri zeer welkom, want zo zou hij andere kunstenaars in Den Haag kunnen leren kennen en, minstens net zo belangrijk, twee maal per week naar model kunnen tekenen. Dit zou hem de nodige kosten besparen voor het inhuren van een model. Hij betaalde namelijk al snel 1 a 2 gulden per dag voor een model, terwijl hij bij Puchri f 6,25 betaalde voor een half jaar lidmaatschap. Toch is er geen tekening bekend waarvan zeker is dat die op een tekenavond in Pulchri is ontstaan.
Vincent bezocht naast de tekenavonden ook een keer een kunstbeschouwing en een tableaux vivant. Hij was zelf eens door kunstenaar Bernardus Johannes Blommers (1845–1914) benaderd om in Pulchri een kunstavond te geven over de tijdschriftillustraties die hij actief verzamelde (naar o.a. Hubert von Herkomer, Frank Holl, George Dumaurier). De avond vond uiteindelijk niet plaats omdat het bestuur van Pulchri neerkeek op het populaire grafische werk dat volgens hen ook gewoon in het café kon worden bekeken.
Pulchri Studio huurde destijds de Regentenkamer van het Hofje van Nieuwkoop.
Binnenhof
Het Binnenhof bestaat nog steeds en is de plek waar de Nederlandse regering zetelt. De overkapping waaronder Blok met zijn boekenstal stond, is te zien bij de toegang tot de Binnenhof aan de kant van de Hofweg.
Van Gogh in
Blok de Boekenjood
Vincent kocht regelmatig prenten bij de joodse handelaar Jozef Blok (1832-1905) die hij, net als diens broer David, vaak ‘Blok de boekenjood’ noemde. Blok had op dinsdag, woensdag en donderdag een kraampje met collectors items, tijdschriften en literatuur op het Binnenhof en was destijds bekend onder kunstenaars. Hier kocht Vincent de prenten die hij verwoed verzamelde. De meest bijzondere aanschaf die hij bij Blok deed was 21 volumes van het tijdschrift The Graphic (jaargangen 1870–1880). Hij betaalde eenentwintig gulden voor de serie en maakte als betaling ook portretten van de vader en moeder van Blok. ‘Twee van ieder!’ schreef Vincent onthutst, om zijn bewering kracht bij te zetten dat hij de tijdschriften niet zonder moeite had verworven (ter vergelijking: Van Gogh betaalde 12,50 gulden huur per week en ontving van Theo 150 francs, wat destijds ongeveer 75 gulden was).
Vincent tekende ook Jozef Blok zelf. Hij schreef aan zijn vriend en kunstenaar Anthon Gerhard Alexander van Rappard (1858-1892):
“Weet ge wie ik van morgen geteekend heb. Blok de boekenjood, niet David maar die kleine die op t’Binnenhof staat. Ik wou ik er meer uit die familie had want ze zijn wel echt als type. ’t Is fameus moeielijk die typen te krijgen die men ’t liefst zou hebben – intusschen bevind ik me wel met dat te maken wat ik krijgen kan, zonder de anderen die ik maken zou als ik ze maar voor ’t kiezen had uit ’t oog te verliezen. Ik ben erg blij met Blok, hij brengt me dingen van veel jaren geleden in herinnering, ik hoop hij nog wel eens meer op een Zondagmorgen zal komen.” Lees de hele brief
Molenstraat 5
Molenstraat 5 bestaat nog steeds. Er is alleen geen winkel voor kunstenaarsbenodigdheden in gevestigd.
Van Gogh in
Leurs
Wilhelmus Johannes Leurs (1828-1895) was een lijstenmaker en verkoper van kunstenaarsbenodigdheden bij wie Vincent weleens inkopen deed.
Toen Vincent in Drenthe en Nuenen woonde liet hij nog steeds verf leveren uit Den Haag, zowel door Leurs als door zijn ander verfleverancier Furnée. Hij schreef Theo destijds regelmatig over schulden die hij nog bij Leurs te vereffenen had. Daarom stuurde Vincent vanuit Nuenen Leurs een aantal schilderijen die Leurs kon ophangen in de etalage van zijn winkel in de Molenstraat 5. Hij had de werken in consignatie, zodat Vincent bij een verkoop een deel van de schuld kon afbetalen. Leurs probeerde de werken onder andere aan Vincents oude chef Tersteeg en kunsthandelaar Van Wisselingh te verkopen, maar die hadden geen interesse in de werken.
Korte Poten 8
Korte Poten 8 bestaat nog steeds. Er is alleen geen drogisterij meer gevestigd.
Van Gogh in
Furnée
Hendrik Jan Furnée (1833-1894) was drogist en handelde in verfwaren en andere kunstenaarsmaterialen. Hij had een winkel op de Korte Poten 8, waar Vincent weleens kwam. Vincent gaf les aan de zoon van Furnée, Antoine Philippe Furnée (1861-1897). Omdat hij voor zijn diensten geen vergoeding ontving, probeerde Vincent in juli 1883 een deal met Furnée te sluiten om een partij oude verf van hem over te nemen onder de voorwaarde dat hij dan in het vervolg tegen kortingstarief zijn verf bij hem kon blijven kopen.
Toen Vincent in Drenthe en Nuenen woonde, liet hij nog steeds verf leveren uit Den Haag, zowel door Furnée als door zijn andere verfleverancier Leurs. Furnée kreeg in september 1883 nog dertig gulden van Vincent en eiste dat op. Vincent schreef hem terug het niet te kunnen betalen en hij liet Theo vervolgens in een brief weten wat zijn oplossing was:
“om daar een einde aan te maken ik hem geschreven heb dat zijn verf in mijn studies stak en dat ik hem verzocht moeite te doen iets voor me te verkoopen in plaats van te zaniken. Dat ik hier mede door zal gaan en hem dingen sturen moet.” Lees de hele brief
Het in verkoop geven van schilderijen was een oplossing die Vincent ook aan zijn andere schuldeiser en leverancier Leurs had voorgesteld.